-
1 het witte doek
het witte doek -
2 doek
♦voorbeelden:II 〈de〉♦voorbeelden:hij werd zo wit als een doek • il est devenu blanc comme un linge¶ iets uit de doeken doen • mettre (qn.) au courant de qc. -
3 doek
2 [projectiescherm] screen♦voorbeelden:het doek valt • 〈 ook figuurlijk〉 the curtain falls/drops; 〈figuurlijk; informeel ook〉 it's curtainsII 〈de〉1 [stuk stof] cloth♦voorbeelden:hij had zijn arm in een doek • he had his arm in a sling -
4 écran
écran [eekrã]〈m.〉3 scherm ⇒ gordijn, bescherming4 haardscherm ⇒ vuur-, handscherm♦voorbeelden:écran cathodique • beeldbuisle petit écran • de tv, de buiscrever l'écran • de anderen van het scherm spelenporter à l'écran • verfilmenécran antibruit • geluidsschermfaire écran à qc. • iets afschermen, iets afdekken→ vedettem1) doek, scherm2) filmkunst3) scherm, gordijn4) reclamespot -
5 screen
n. scherm; koorhek; afscheiding; doek; vermomming; schild; vitrage; korf--------v. afschermen, afschutten, beschermen, dekken (soldaat); verbergen, camoufleren; doorlichten, screenen; vertonen; verfilmenscreen1[ skrie:n] 〈 zelfstandig naamwoord〉3 doek ⇒ projectiescherm; beeldscherm5 hor♦voorbeelden:under screen of night • onder dekking van de nacht————————screen2II 〈 overgankelijk werkwoord〉4 zeven5 doorlichten ⇒ op geschiktheid testen, screenen♦voorbeelden:screen out the light • het licht buiten houdenscreen someone from something • iemand voor iets behoeden -
6 le grand écran
le grand écran -
7 white
adj. witte; heldere; bleek; eerlijk--------n. witte kleur; wit; helder, bleek; wit v.h. ei (eiwit); witte kleren; wit mens (albino); oogwitwhite1[ wajt] 〈 zelfstandig naamwoord〉3 blanke♦voorbeelden:————————white2〈bijvoeglijk naamwoord; whiter; whiteness〉♦voorbeelden:white Christmas • witte kerst〈 Brits-Engels〉 white coffee • koffie met melk/roomwhite magic • witte magiewhite as a sheet • lijkbleek, wit als een doek2 white hunter • blanke jager/safarileiderwhite slave • blanke slavinwhite slavery • handel in blanke slavinnenwhite ant • termietwhite ensign • Britse marinevlagshow the white feather • zich lafhartig gedragenWhite Friar • karmelietwhite hope • iemand van wie men grote verwachtingen heeftwhite horses • witgekuifde golvenwhite lead • loodwitwhite lie • leugentje om bestwilWhite Russia • Wit-Ruslandwhite spirit • terpentinebleed someone white • iemand uitkleden, iemand het vel over de oren halengo white about the gills • bleek/wit om de neus worden van schrik/angst -
8 wit
wit1〈 het〉1 [kleur] white2 [witte kleren] whites, white goods3 [iets dat wit is] white4 [brood] white (bread)♦voorbeelden:zuiver wit • pure/true/white-white————————wit21 [niet zwart] white2 [met betrekking tot de gelaatskleur] white, pale3 [verkocht beneden de vastgestelde prijs] cut-price ⇒ noname/bargain brand♦voorbeelden:wit maken • whiten, blanchde straat ziet wit van de hagel • the street is white with hail2 hij trok wit weg • he went/turned deathly pale(nog) wit om de neus zien • (still) look green about/the gillshij zag zo wit als een doek/als een lijk/als krijt • he looked/his face was (as) white as chalk/a sheet/a ghost3 witte benzine/sigaretten/grammofoonplaten • cut-price petrol/cigarettes/illegal (record) cuttingseen witte pomp • independent petrol station〈 mythologie〉 witte wijven • ±white witches
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский
- Французский